Het is een goedbedoelde vraag die ik nog steeds vaak te horen krijg, via mail, telefoon of iemand die op bezoek komt. Iedere keer als de vraag gesteld wordt, weet ik niet zo goed hoe ik die moet beantwoorden. Gaat het beter dan een jaar geleden? Dat wel, ik hoef niet meer plat te liggen. Ben ik weer helemaal de oude? Bij lange na niet. Maar hoe leg je dat uit aan iemand wanneer je gezonde rode konen hebt en een zomerzonnetje in het gezicht?

De eerste maanden na de blood patch ging iedereen er vanuit dat het hele drama een afgesloten hoofdstuk zou zijn. Klaar, en weer door. Om eerlijk te zijn, had ik dat zelf ook wel een beetje gehoopt natuurlijk. Maar niets was minder waar. Mijn hersenen hadden een flinke opdonder gekregen, niet alleen door de hersenschudding en whiplash maar ook door het lekken van hersenvloeistof waardoor het los in mijn schedel kwam te liggen. Toen in januari het lek werd gedicht, lekte de vloeistof niet meer weg, maar mijn brein was nog steeds gekneusd of beschadigd. Niet aangeboren hersenbeschadiging noemen ze dat hier. Als ik dat probeerde uit te leggen aan iemand, werd er altijd een beetje lacherig over gedaan. Alsof ik een grapje maakte. Misschien daarom dat ik tegenwoordig de vraag hoe het gaat, moedwillig vermijd.

De neuroloog in Nederland stuurde me na een scan waarop niets te zien was, naar een fysiotherapeut. Daar kreeg ik oefeningen om het brein te leren omgaan met omgeving prikkels. Simpele oefeningen zoals met het hoofd draaien en lopen tegelijk. Het klonk zo simpel maar voor mij was dat een uitdaging niet om te vallen. Heel langzaam aan begon ik het aantal prikkels op een dag weer op te bouwen. Van helemaal niemand kunnen zien of spreken naar langzaamaan weer een kop thee met iemand drinken, naar de winkel gaan of zelfs een drukker winkelcentrum. Ook praten en denken ging steeds beter. Met alles moest ik opletten hoeveel prikkels ik al verwerkt had die dag. Na een paar sessies bij de fysiotherapeut besloot ik dat ik dit ook zelf wel kon opbouwen. Dat scheelde weer prikkels omdat ik er niet meer heen hoefde te rijden.

Met vallen en opstaan ging het steeds beter, zolang ik maar extreme prikkels vermeed en mijn brein genoeg liet rusten. En daar zat nu net het probleem. Dat rusten. Want rusten betekende ook geen TV kijken, geen internet, geen boek lezen. Absolute rust voor het brein. In een donkere kamer met oordoppen in. Een ander zou denken, das toch makkelijk? Misschien voor een normaal persoon maar mijn creatieve brein is moeilijk stil te houden. Zolang als ik me kan herinneren, schrijf ik verhalen, maak ik tekeningen, creëerde ik een fantasiewereld. Vaak werd me gevraagd: waar haal je het toch vandaan?  Nee, mijn brein staat nooit stil.

Verplicht rust houden of zelfs stoppen middenin een creatief proces is ondenkbaar. Als ik eenmaal op gang ben dan wil ik het ook gelijk allemaal op papier zetten voordat het weer weg is. De talloze snippets in het kladblok op mijn telefoon zijn het bewijs van ‘dit moet ik vooral niet vergeten’ of ‘dit is een perfecte zin voor in het boek’.

Afgelopen week keek de herfst even om de hoek. We hadden heerlijke donkere koele dagen waarbij we ook nog eens getrakteerd werden op flinke regenbuien. Het hoge (hete) drukgebied was samen met de hoge druk in mijn hoofd verdwenen. De medicatie die de druk in mijn hoofd laag moest houden, had ik afgebouwd. Ik voelde me zo goed dat de creativiteit weer begon te vloeien. Een boek waar ik een half jaar geleden aan begonnen was, kon ik nu afmaken. Ik was al vroeg wakker en begon gelijk. Tussendoor een wandelingetje met de hond, een lunch, avondeten maar vooral het verhaal op papier krijgen. Ik was in de zevende hemel want mijn brein werkte weer als vanouds.

Tijdens het schrijven negeerde ik de lichte druk in mijn hoofd. Dit moet af! Mind over matter, zeiden we vroeger altijd. Oh, ik kreeg het verhaal af maar de prijs die ik ervoor betaalde was te hoog. Mijn brein was zo overprikkeld dat er nog net geen stoom uit mijn oren kwam. De druk was zo hoog dat het voelde alsof het dak van mijn schedel er af zou springen. Het enige wat ik nog kon doen was naar bed kruipen, oordoppen in, oogmasker voor en in een totaal verdonkerde, stille ruimte mijn brein absolute rust gunnen.

Twaalf uur en wat zware medicatie later voelde ik dat ik weer een beetje tot leven kwam. Dom, dacht ik bij mezelf. Ik ben zo dom geweest. Als je een been breekt ga je ook geen marathon lopen zodra het gips er af is. Dan moet je ook met kleine stapjes weer leren lopen. Zo moet ik dat dus ook met mijn brein doen, hoe frustrerend dat ook is. Zeker als je in een creatief proces zit. Het brein is het meest complexe deel van het lichaam maar het is ook het deel wat je altijd gebruikt.  Toch ga ik van nu af aan weer beter op letten om niet meer over die grens heen te gaan. Kleine stapjes. Sleep, rest recover.

Ik hoop dat dit je vraag beantwoord heeft.

 

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies". Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen. De privacy verklaring kunt u hier lezen.

Sluiten