“Vanwege een zwaar auto ongeluk…” zo begin ik de laatste maand bijna elk bericht. Ik mag van mijn advocaat niets op de socials delen over het ongeluk vanwege “de case” en “de claim”. Ik vergeet soms dat ik in Amerika ben, waar direct advocaten aan het werk worden gezet, cases worden geopend en claims worden geëist. Wat in mijn geval een geluk bij een ongeluk is geweest want met één harde klap, stopte het leven wat ik had.

Het was zaterdag 15 juli, acht uur ‘s morgens toen ik, nietsvermoedend over wat er in de komende uren zou afspelen, de auto in stapte. Nog geen vier minuten later stopte het leven wat ik kende met één harde klap, een geluid dat ik waarschijnlijk nooit meer uit mijn oren zal kunnen wissen. Alsof het een dramatische scene uit een film was, hoorde ik na de klap alleen nog maar een luid piepende flatline in mijn oren. Het duurde misschien een seconde of twee voordat ik een brandende pijn in mijn elleboog voelde. “Mijn werk” is het eerste wat door mijn hoofd schiet. “Ik heb mijn elleboog verbrijzeld en ik kan niet meer werken.” De paniek is in mijn ogen te zien.

Plotseling zie ik het hoofd van een een oude man door het raam naar binnen kijken: “Are you allright?” What the fuck, denk ik, do I look allright? Dan gaat alles ineens heel snel. Binnen enkele minuten verschijnt er een agent die checkt hoe ik er aan toe ben. Niet veel later komt ook een ambulance ter plaatse. Via de andere kant van de auto proberen ze me uit het wrak te halen. Mijn elleboog lijkt het enige wat op dit moment beschadigd is, dus ik klim zelf op de brancard en laat me in een ziekenwagen rijden. Terwijl de ambulance verbaast naar mijn bloeddruk kijkt omdat ie zoals altijd gewoon extreem laag is, zie ik vanuit het raampje in de ambulance deuren het wrak steeds kleiner worden.

Ze blijven vragen om mijn naam te spellen, vragen naar welk ziekenhuis ik wil, vragen, zoveel vragen. Mijn hoofd tolt. De rit met de ambulance was maar een paar minuten en niet veel later word ik een ziekenhuis binnen gereden. Vitals worden weer gecheckt. Zonder te vragen, krijg ik plotseling een tetanus injectie. Van mijn elleboog wordt een foto gemaakt. Opnieuw moet ik mijn naam spellen. Ik heb drie officiële namen in mijn paspoort maar mijn roepnaam is Mireille, probeer dat maar eens in het Engels uit te leggen. Om nog maar niet te spreken over mijn achternaam.

Als de uitslag van de foto terug komt, blijkt het niet gebroken te zijn. Ik haal opgelucht adem. Ze verbinden de enorme gapende wond aan mijn arm en ik word ontslagen met het advies rustig aan te doen. Als ik niet veel later weer thuis ben, besef ik wat een geluk ik heb gehad. We zagen de auto met hoge snelheid op ons afkomen en probeerden uit te wijken naar de andere kant van de weg waar ook een auto aankwam rijden. We zouden hoe dan ook geraakt worden. De vrouw die ons aanreed negeerde een stopbord. Ze reed met een gemiddelde snelheid van 40 miles per uur op mij in. “T-boned” noemen ze dat hier, als iemand van rechts of links vol op je inrijdt. Weer een nieuw woord geleerd, dacht ik en ik ging er vanuit dat dit een goed verhaal voor de kerst zou zijn en dat het gewone leven weer zou gaan beginnen.

If only…..

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies". Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen. De privacy verklaring kunt u hier lezen.

Sluiten